Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aantreden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangetreden

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik treed aan
jij treedt aan
hij treedt aan
wij treden aan
jullie treden aan
zij treden aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aantreed
dat jij aantreedt
dat hij aantreedt
dat wij aantreden
dat jullie aantreden
dat zij aantreden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangetreden
jij hebt aangetreden
hij heeft aangetreden
wij hebben aangetreden
jullie hebben aangetreden
zij hebben aangetreden

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik trad aan
jij trad aan
hij trad aan
wij traden aan
jullie traden aan
zij traden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aantrad
dat jij aantrad
dat hij aantrad
dat wij aantraden
dat jullie aantraden
dat zij aantraden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangetreden
jij had aangetreden
hij had aangetreden
wij hadden aangetreden
jullie hadden aangetreden
zij hadden aangetreden

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aantreden
jij zult aantreden
hij zal aantreden
wij zullen aantreden
jullie zullen aantreden
zij zullen aantreden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangetreden hebben
jij zult aangetreden hebben
hij zal aangetreden hebben
wij zullen aangetreden hebben
jullie zullen aangetreden hebben
zij zullen aangetreden hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aantreden
jij zou aantreden
hij zou aantreden
wij zouden aantreden
jullie zouden aantreden
zij zouden aantreden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangetreden hebben
jij zou aangetreden hebben
hij zou aangetreden hebben
wij zouden aangetreden hebben
jullie zouden aangetreden hebben
zij zouden aangetreden hebben

Gebiedende wijs
treed aan

Aanvoegende wijs
aantrede

Voorbeelden

  1. Pelotonsergeants, aantreden.
    Platoon sergeants, front and center.
  2. Heren, aantreden.
    Gentlemen, approach.
  3. Sala, Omar, aantreden.
    Sala, Omar, front and center.
  4. Aantreden maar weer.
    Now fall back into line!
  5. Laat de mannen aantreden.
    Let the men taking.
  6. Laat je mannen aantreden.
    Call your men to sword!
  7. Alle gevangenen moesten aantreden.
    I said that all prisoners were to assemble!
  8. Hé, we kunnen allemaal aantreden.
    Hey, we could all join up together.
  9. Speciale taken matrozen en kabelploeg aantreden.
    Special sea duty men and cable party close up.
  10. We kunnen u als hoofdgetuige laten aantreden.
    We could book you as a material witness.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden