Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aantrappen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangetrapt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik trap aan
jij trapt aan
hij trapt aan
wij trappen aan
jullie trappen aan
zij trappen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aantrap
dat jij aantrapt
dat hij aantrapt
dat wij aantrappen
dat jullie aantrappen
dat zij aantrappen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangetrapt
jij hebt aangetrapt
hij heeft aangetrapt
wij hebben aangetrapt
jullie hebben aangetrapt
zij hebben aangetrapt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik trapte aan
jij trapte aan
hij trapte aan
wij trapten aan
jullie trapten aan
zij trapten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aantrapte
dat jij aantrapte
dat hij aantrapte
dat wij aantrapten
dat jullie aantrapten
dat zij aantrapten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangetrapt
jij had aangetrapt
hij had aangetrapt
wij hadden aangetrapt
jullie hadden aangetrapt
zij hadden aangetrapt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aantrappen
jij zult aantrappen
hij zal aantrappen
wij zullen aantrappen
jullie zullen aantrappen
zij zullen aantrappen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangetrapt hebben
jij zult aangetrapt hebben
hij zal aangetrapt hebben
wij zullen aangetrapt hebben
jullie zullen aangetrapt hebben
zij zullen aangetrapt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aantrappen
jij zou aantrappen
hij zou aantrappen
wij zouden aantrappen
jullie zouden aantrappen
zij zouden aantrappen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangetrapt hebben
jij zou aangetrapt hebben
hij zou aangetrapt hebben
wij zouden aangetrapt hebben
jullie zouden aangetrapt hebben
zij zouden aangetrapt hebben

Gebiedende wijs
trap aan

Aanvoegende wijs
aantrappe

Voorbeelden

  1. Daar is de trap aan de achterkant.
    There 's the back staircase.
  2. Er is een trap aan de andere kant.
    There 'll be stairs on the other side.
  3. Zou een trap aan de voorkant moeten zijn.
    Should be stairs up the front there.
  4. Is er een nieuwe camera aan de noordelijke trap aan die kant.
    There 's a new security camera in the northern most stairwell of that part of the tower.
  5. Gebruik de volgende keer dan een vliegtuig dat je niet moet aantrappen.
    next time build a plane that doesn 't need a kick start.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden