NL: aantasten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
aangetast
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik tast aan jij tast aan hij tast aan wij tasten aan jullie tasten aan zij tasten aan
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik aantast dat jij aantast dat hij aantast dat wij aantasten dat jullie aantasten dat zij aantasten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb aangetast jij hebt aangetast hij heeft aangetast wij hebben aangetast jullie hebben aangetast zij hebben aangetast
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik tastte aan jij tastte aan hij tastte aan wij tastten aan jullie tastten aan zij tastten aan
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik aantastte dat jij aantastte dat hij aantastte dat wij aantastten dat jullie aantastten dat zij aantastten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had aangetast jij had aangetast hij had aangetast wij hadden aangetast jullie hadden aangetast zij hadden aangetast
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal aantasten jij zult aantasten hij zal aantasten wij zullen aantasten jullie zullen aantasten zij zullen aantasten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal aangetast hebben jij zult aangetast hebben hij zal aangetast hebben wij zullen aangetast hebben jullie zullen aangetast hebben zij zullen aangetast hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou aantasten jij zou aantasten hij zou aantasten wij zouden aantasten jullie zouden aantasten zij zouden aantasten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou aangetast hebben jij zou aangetast hebben hij zou aangetast hebben wij zouden aangetast hebben jullie zouden aangetast hebben zij zouden aangetast hebben
|
Gebiedende wijs |
tast aan
|
Aanvoegende wijs |
aantaste |