Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanstappen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangestapt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stap aan
jij stapt aan
hij stapt aan
wij stappen aan
jullie stappen aan
zij stappen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanstap
dat jij aanstapt
dat hij aanstapt
dat wij aanstappen
dat jullie aanstappen
dat zij aanstappen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben aangestapt
jij bent aangestapt
hij is aangestapt
wij zijn aangestapt
jullie zijn aangestapt
zij zijn aangestapt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stapte aan
jij stapte aan
hij stapte aan
wij stapten aan
jullie stapten aan
zij stapten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanstapte
dat jij aanstapte
dat hij aanstapte
dat wij aanstapten
dat jullie aanstapten
dat zij aanstapten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was aangestapt
jij was aangestapt
hij was aangestapt
wij waren aangestapt
jullie waren aangestapt
zij waren aangestapt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanstappen
jij zult aanstappen
hij zal aanstappen
wij zullen aanstappen
jullie zullen aanstappen
zij zullen aanstappen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangestapt zijn
jij zult aangestapt zijn
hij zal aangestapt zijn
wij zullen aangestapt zijn
jullie zullen aangestapt zijn
zij zullen aangestapt zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanstappen
jij zou aanstappen
hij zou aanstappen
wij zouden aanstappen
jullie zouden aanstappen
zij zouden aanstappen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangestapt zijn
jij zou aangestapt zijn
hij zou aangestapt zijn
wij zouden aangestapt zijn
jullie zouden aangestapt zijn
zij zouden aangestapt zijn

Gebiedende wijs
stap aan

Aanvoegende wijs
aanstappe

Voorbeelden

  1. Stap aan boord, jongens.
    Hop aboard, kids.
  2. Ik stap aan de kant.
    I 'm out of your way.
  3. Stap aan mijn kant uit, Dana.
    Get out on my side, Dana.
  4. Stap aan de andere kant in.
    Come to the other side.
  5. Stap aan de andere kant uit, Leo.
    Get out the other side, Leo.
  6. Zal ik je stap voor stap aan uw auto?
    Shall I walk you to your car?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden