Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanstampen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangestampt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stamp aan
jij stampt aan
hij stampt aan
wij stampen aan
jullie stampen aan
zij stampen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanstamp
dat jij aanstampt
dat hij aanstampt
dat wij aanstampen
dat jullie aanstampen
dat zij aanstampen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangestampt
jij hebt aangestampt
hij heeft aangestampt
wij hebben aangestampt
jullie hebben aangestampt
zij hebben aangestampt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stampte aan
jij stampte aan
hij stampte aan
wij stampten aan
jullie stampten aan
zij stampten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanstampte
dat jij aanstampte
dat hij aanstampte
dat wij aanstampten
dat jullie aanstampten
dat zij aanstampten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangestampt
jij had aangestampt
hij had aangestampt
wij hadden aangestampt
jullie hadden aangestampt
zij hadden aangestampt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanstampen
jij zult aanstampen
hij zal aanstampen
wij zullen aanstampen
jullie zullen aanstampen
zij zullen aanstampen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangestampt hebben
jij zult aangestampt hebben
hij zal aangestampt hebben
wij zullen aangestampt hebben
jullie zullen aangestampt hebben
zij zullen aangestampt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanstampen
jij zou aanstampen
hij zou aanstampen
wij zouden aanstampen
jullie zouden aanstampen
zij zouden aanstampen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangestampt hebben
jij zou aangestampt hebben
hij zou aangestampt hebben
wij zouden aangestampt hebben
jullie zouden aangestampt hebben
zij zouden aangestampt hebben

Gebiedende wijs
stamp aan

Aanvoegende wijs
aanstampe

Voorbeelden

  1. Ik mag het poeder aanstampen.
    I get to tamp the powder.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden