Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aansporen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangespoord

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spoor aan
jij spoort aan
hij spoort aan
wij sporen aan
jullie sporen aan
zij sporen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanspoor
dat jij aanspoort
dat hij aanspoort
dat wij aansporen
dat jullie aansporen
dat zij aansporen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangespoord
jij hebt aangespoord
hij heeft aangespoord
wij hebben aangespoord
jullie hebben aangespoord
zij hebben aangespoord

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik spoorde aan
jij spoorde aan
hij spoorde aan
wij spoorden aan
jullie spoorden aan
zij spoorden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanspoorde
dat jij aanspoorde
dat hij aanspoorde
dat wij aanspoorden
dat jullie aanspoorden
dat zij aanspoorden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangespoord
jij had aangespoord
hij had aangespoord
wij hadden aangespoord
jullie hadden aangespoord
zij hadden aangespoord

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aansporen
jij zult aansporen
hij zal aansporen
wij zullen aansporen
jullie zullen aansporen
zij zullen aansporen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangespoord hebben
jij zult aangespoord hebben
hij zal aangespoord hebben
wij zullen aangespoord hebben
jullie zullen aangespoord hebben
zij zullen aangespoord hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aansporen
jij zou aansporen
hij zou aansporen
wij zouden aansporen
jullie zouden aansporen
zij zouden aansporen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangespoord hebben
jij zou aangespoord hebben
hij zou aangespoord hebben
wij zouden aangespoord hebben
jullie zouden aangespoord hebben
zij zouden aangespoord hebben

Gebiedende wijs
spoor aan

Aanvoegende wijs
aanspore

Voorbeelden

  1. Het spoor aan South Station.
    South Station rail yard.
  2. Fury wist alleen van het spoor aan lijken dat het volgt.
    And all Fury knew about was the trail of bodies that follows it.
  3. Ik loop tegen het ene na het andere dode spoor aan.
    I seem to be hitting one dead end after another.
  4. U hebt ze ongelijk gegeven door 150 km spoor aan te leggen langs de John Galt lijn.
    You laid a hundred miles of track along the John Galt Line that proved them wrong.
  5. Ja, ik zal haar even aansporen.
    Yeah, I 'll go put some pep in her step.
  6. Hoe hard kan ik Jones aansporen?
    How hard can I push on Jones?
  7. Maar als je zou kunnen aansporen discretie.
    But if you could urge discretion.
  8. Hoe kan ik je helpen en aansporen?
    How can I help and encourage you?
  9. Behalve zijn advocaten aansporen om actief te blijven?
    You mean other than ride his lawyers to stay on the case?
  10. Peter, je mag mensen niet aansporen dik te zijn.
    Peter, you shouldn 't encourage people to be fat.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden