Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanslingeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeslingerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slinger aan
jij slingert aan
hij slingert aan
wij slingeren aan
jullie slingeren aan
zij slingeren aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanslinger
dat jij aanslingert
dat hij aanslingert
dat wij aanslingeren
dat jullie aanslingeren
dat zij aanslingeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeslingerd
jij hebt aangeslingerd
hij heeft aangeslingerd
wij hebben aangeslingerd
jullie hebben aangeslingerd
zij hebben aangeslingerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slingerde aan
jij slingerde aan
hij slingerde aan
wij slingerden aan
jullie slingerden aan
zij slingerden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanslingerde
dat jij aanslingerde
dat hij aanslingerde
dat wij aanslingerden
dat jullie aanslingerden
dat zij aanslingerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeslingerd
jij had aangeslingerd
hij had aangeslingerd
wij hadden aangeslingerd
jullie hadden aangeslingerd
zij hadden aangeslingerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanslingeren
jij zult aanslingeren
hij zal aanslingeren
wij zullen aanslingeren
jullie zullen aanslingeren
zij zullen aanslingeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeslingerd hebben
jij zult aangeslingerd hebben
hij zal aangeslingerd hebben
wij zullen aangeslingerd hebben
jullie zullen aangeslingerd hebben
zij zullen aangeslingerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanslingeren
jij zou aanslingeren
hij zou aanslingeren
wij zouden aanslingeren
jullie zouden aanslingeren
zij zouden aanslingeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeslingerd hebben
jij zou aangeslingerd hebben
hij zou aangeslingerd hebben
wij zouden aangeslingerd hebben
jullie zouden aangeslingerd hebben
zij zouden aangeslingerd hebben

Gebiedende wijs
slinger aan

Aanvoegende wijs
aanslingere

Voorbeelden

  1. Ik slinger aan de trapeze met bijna een krankzinnige durf.
    I lunge at the bar with almost an insane daring.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden