Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanschieten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeschoten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schiet aan
jij schiet aan
hij schiet aan
wij schieten aan
jullie schieten aan
zij schieten aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanschiet
dat jij aanschiet
dat hij aanschiet
dat wij aanschieten
dat jullie aanschieten
dat zij aanschieten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeschoten
jij hebt aangeschoten
hij heeft aangeschoten
wij hebben aangeschoten
jullie hebben aangeschoten
zij hebben aangeschoten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schoot aan
jij schoot aan
hij schoot aan
wij schoten aan
jullie schoten aan
zij schoten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanschoot
dat jij aanschoot
dat hij aanschoot
dat wij aanschoten
dat jullie aanschoten
dat zij aanschoten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeschoten
jij had aangeschoten
hij had aangeschoten
wij hadden aangeschoten
jullie hadden aangeschoten
zij hadden aangeschoten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanschieten
jij zult aanschieten
hij zal aanschieten
wij zullen aanschieten
jullie zullen aanschieten
zij zullen aanschieten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeschoten hebben
jij zult aangeschoten hebben
hij zal aangeschoten hebben
wij zullen aangeschoten hebben
jullie zullen aangeschoten hebben
zij zullen aangeschoten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanschieten
jij zou aanschieten
hij zou aanschieten
wij zouden aanschieten
jullie zouden aanschieten
zij zouden aanschieten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeschoten hebben
jij zou aangeschoten hebben
hij zou aangeschoten hebben
wij zouden aangeschoten hebben
jullie zouden aangeschoten hebben
zij zouden aangeschoten hebben

Gebiedende wijs
schiet aan

Aanvoegende wijs
aanschiete

Voorbeelden

  1. aanschieten
    test firing

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden