Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanpreken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangepreekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik preek aan
jij preekt aan
hij preekt aan
wij preken aan
jullie preken aan
zij preken aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanpreek
dat jij aanpreekt
dat hij aanpreekt
dat wij aanpreken
dat jullie aanpreken
dat zij aanpreken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangepreekt
jij hebt aangepreekt
hij heeft aangepreekt
wij hebben aangepreekt
jullie hebben aangepreekt
zij hebben aangepreekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik preekte aan
jij preekte aan
hij preekte aan
wij preekten aan
jullie preekten aan
zij preekten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanpreekte
dat jij aanpreekte
dat hij aanpreekte
dat wij aanpreekten
dat jullie aanpreekten
dat zij aanpreekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangepreekt
jij had aangepreekt
hij had aangepreekt
wij hadden aangepreekt
jullie hadden aangepreekt
zij hadden aangepreekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanpreken
jij zult aanpreken
hij zal aanpreken
wij zullen aanpreken
jullie zullen aanpreken
zij zullen aanpreken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangepreekt hebben
jij zult aangepreekt hebben
hij zal aangepreekt hebben
wij zullen aangepreekt hebben
jullie zullen aangepreekt hebben
zij zullen aangepreekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanpreken
jij zou aanpreken
hij zou aanpreken
wij zouden aanpreken
jullie zouden aanpreken
zij zouden aanpreken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangepreekt hebben
jij zou aangepreekt hebben
hij zou aangepreekt hebben
wij zouden aangepreekt hebben
jullie zouden aangepreekt hebben
zij zouden aangepreekt hebben

Gebiedende wijs
preek aan

Aanvoegende wijs
aanpreke

Voorbeelden

  1. Je preek aan het oefenen?
    Rehearsing your sermon?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden