Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanlijnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangelijnd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik lijn aan
jij lijnt aan
hij lijnt aan
wij lijnen aan
jullie lijnen aan
zij lijnen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanlijn
dat jij aanlijnt
dat hij aanlijnt
dat wij aanlijnen
dat jullie aanlijnen
dat zij aanlijnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangelijnd
jij hebt aangelijnd
hij heeft aangelijnd
wij hebben aangelijnd
jullie hebben aangelijnd
zij hebben aangelijnd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lijnde aan
jij lijnde aan
hij lijnde aan
wij lijnden aan
jullie lijnden aan
zij lijnden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanlijnde
dat jij aanlijnde
dat hij aanlijnde
dat wij aanlijnden
dat jullie aanlijnden
dat zij aanlijnden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangelijnd
jij had aangelijnd
hij had aangelijnd
wij hadden aangelijnd
jullie hadden aangelijnd
zij hadden aangelijnd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanlijnen
jij zult aanlijnen
hij zal aanlijnen
wij zullen aanlijnen
jullie zullen aanlijnen
zij zullen aanlijnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangelijnd hebben
jij zult aangelijnd hebben
hij zal aangelijnd hebben
wij zullen aangelijnd hebben
jullie zullen aangelijnd hebben
zij zullen aangelijnd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanlijnen
jij zou aanlijnen
hij zou aanlijnen
wij zouden aanlijnen
jullie zouden aanlijnen
zij zouden aanlijnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangelijnd hebben
jij zou aangelijnd hebben
hij zou aangelijnd hebben
wij zouden aangelijnd hebben
jullie zouden aangelijnd hebben
zij zouden aangelijnd hebben

Gebiedende wijs
lijn aan

Aanvoegende wijs
aanlijne

Voorbeelden

  1. Leg een tweede lijn aan.
    Start a second line.
  2. We bieden de complete Jarvik lijn aan.
    We feature the complete Jarvik line.
  3. Ik ben bang dat we problemen hebben met de lijn aan deze kant.
    I 'm afraid we 're having problems with the line at this end.
  4. Nu gaan we aanlijnen.
    Now we go on line.
  5. Zestig minuten lang overheersten we de' scrimmage' lijn, aan beide kanten van de bal.
    For 60 solid minutes, we dominated the line of scrimmage on both sides of the ball.
  6. Je moet hem gaan aanlijnen.
    You need to put a leash on that one.
  7. Ga nu je hond weer aanlijnen.
    Now go and get your dog back on its leash.
  8. Attentie voor het aanlijnen aan stuurboord.
    Stand by for starboard line drop.
  9. Luister, ik zal Mohr weer aanlijnen, maar nu ben je me schuldig.
    Listen, I 'll put Mohr back on the leash, but now you owe me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden