Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanleveren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeleverd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik lever aan
jij levert aan
hij levert aan
wij leveren aan
jullie leveren aan
zij leveren aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanlever
dat jij aanlevert
dat hij aanlevert
dat wij aanleveren
dat jullie aanleveren
dat zij aanleveren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeleverd
jij hebt aangeleverd
hij heeft aangeleverd
wij hebben aangeleverd
jullie hebben aangeleverd
zij hebben aangeleverd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik leverde aan
jij leverde aan
hij leverde aan
wij leverden aan
jullie leverden aan
zij leverden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanleverde
dat jij aanleverde
dat hij aanleverde
dat wij aanleverden
dat jullie aanleverden
dat zij aanleverden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeleverd
jij had aangeleverd
hij had aangeleverd
wij hadden aangeleverd
jullie hadden aangeleverd
zij hadden aangeleverd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanleveren
jij zult aanleveren
hij zal aanleveren
wij zullen aanleveren
jullie zullen aanleveren
zij zullen aanleveren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeleverd hebben
jij zult aangeleverd hebben
hij zal aangeleverd hebben
wij zullen aangeleverd hebben
jullie zullen aangeleverd hebben
zij zullen aangeleverd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanleveren
jij zou aanleveren
hij zou aanleveren
wij zouden aanleveren
jullie zouden aanleveren
zij zouden aanleveren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeleverd hebben
jij zou aangeleverd hebben
hij zou aangeleverd hebben
wij zouden aangeleverd hebben
jullie zouden aangeleverd hebben
zij zouden aangeleverd hebben

Gebiedende wijs
lever aan

Aanvoegende wijs
aanlevere

Voorbeelden

  1. Lk scheur zijn lever aan stukken.
    I 'll tear his chicken-livered gizzard to pieces!
  2. het als bewijsmateriaal aanleveren.
    Put it on the witness stand.
  3. Kunt u die mails en gesprekken aanleveren?
    Could we have printouts of the mails and phone calls?
  4. Moet ik soms politieke profielen van mijn gasten aanleveren?
    Do I have to supply you with their political profile?
  5. De generaal vroeg of ik u levend kon aanleveren.
    The general specifically asked that I bring you in alive.
  6. Ik ga geen bewijzen tegen hem aanleveren. Geen denken aan.
    I 'm not turning state 's evidence against him, no way.
  7. Hij is gebonden... tenzij we hem keihard bewijs kunnen aanleveren.
    His hands are tied unless we can get him solid proof.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden