Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aankondigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangekondigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kondig aan
jij kondigt aan
hij kondigt aan
wij kondigen aan
jullie kondigen aan
zij kondigen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aankondig
dat jij aankondigt
dat hij aankondigt
dat wij aankondigen
dat jullie aankondigen
dat zij aankondigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangekondigd
jij hebt aangekondigd
hij heeft aangekondigd
wij hebben aangekondigd
jullie hebben aangekondigd
zij hebben aangekondigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kondigde aan
jij kondigde aan
hij kondigde aan
wij kondigden aan
jullie kondigden aan
zij kondigden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aankondigde
dat jij aankondigde
dat hij aankondigde
dat wij aankondigden
dat jullie aankondigden
dat zij aankondigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangekondigd
jij had aangekondigd
hij had aangekondigd
wij hadden aangekondigd
jullie hadden aangekondigd
zij hadden aangekondigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij zal aankondigen
wij zullen aankondigen
jullie zullen aankondigen
zij zullen aankondigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangekondigd hebben
jij zult aangekondigd hebben
hij zal aangekondigd hebben
wij zullen aangekondigd hebben
jullie zullen aangekondigd hebben
zij zullen aangekondigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aankondigen
jij zou aankondigen
hij zou aankondigen
wij zouden aankondigen
jullie zouden aankondigen
zij zouden aankondigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangekondigd hebben
jij zou aangekondigd hebben
hij zou aangekondigd hebben
wij zouden aangekondigd hebben
jullie zouden aangekondigd hebben
zij zouden aangekondigd hebben

Gebiedende wijs
kondig aan

Aanvoegende wijs
aankondige

Voorbeelden

  1. Waarom niet gewoon aankondigen?
    Why not just announce my candidacy?
  2. Ik wil iets aankondigen.
    I have an announcement to make.
  3. Wilt u mij aankondigen?
    Would you kindly announce me?
  4. Ik zal je aankondigen.
    I 'll let you have the floor.
  5. ik moet iets aankondigen.
    I have an announcement to make.
  6. Kun jij me aankondigen?
    Could you announce me?
  7. Waarom zichzelf dan aankondigen?
    So why announce himself?
  8. Ik wil morgen aankondigen.
    I wanna announce tomorrow.
  9. Ik moet je aankondigen.
    You have to let me announce you.
  10. Ze gaat het zo aankondigen.
    She 's announcing it any minute.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden