Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanklampen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeklampt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik klamp aan
jij klampt aan
hij klampt aan
wij klampen aan
jullie klampen aan
zij klampen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanklamp
dat jij aanklampt
dat hij aanklampt
dat wij aanklampen
dat jullie aanklampen
dat zij aanklampen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeklampt
jij hebt aangeklampt
hij heeft aangeklampt
wij hebben aangeklampt
jullie hebben aangeklampt
zij hebben aangeklampt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik klampte aan
jij klampte aan
hij klampte aan
wij klampten aan
jullie klampten aan
zij klampten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanklampte
dat jij aanklampte
dat hij aanklampte
dat wij aanklampten
dat jullie aanklampten
dat zij aanklampten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeklampt
jij had aangeklampt
hij had aangeklampt
wij hadden aangeklampt
jullie hadden aangeklampt
zij hadden aangeklampt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanklampen
jij zult aanklampen
hij zal aanklampen
wij zullen aanklampen
jullie zullen aanklampen
zij zullen aanklampen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeklampt hebben
jij zult aangeklampt hebben
hij zal aangeklampt hebben
wij zullen aangeklampt hebben
jullie zullen aangeklampt hebben
zij zullen aangeklampt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanklampen
jij zou aanklampen
hij zou aanklampen
wij zouden aanklampen
jullie zouden aanklampen
zij zouden aanklampen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeklampt hebben
jij zou aangeklampt hebben
hij zou aangeklampt hebben
wij zouden aangeklampt hebben
jullie zouden aangeklampt hebben
zij zouden aangeklampt hebben

Gebiedende wijs
klamp aan

Aanvoegende wijs
aanklampe

Voorbeelden

  1. Dus laten we samen wat meisjes aanklampen, oké?
    So just talk to girls with me tonight, all right?
  2. Ik stel voor dat we de straat opgaan, kerels aanklampen.
    I say we hit the streets, talk to the fellas.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden