Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aankakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangekakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kak aan
jij kakt aan
hij kakt aan
wij kakken aan
jullie kakken aan
zij kakken aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aankak
dat jij aankakt
dat hij aankakt
dat wij aankakken
dat jullie aankakken
dat zij aankakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangekakt
jij hebt aangekakt
hij heeft aangekakt
wij hebben aangekakt
jullie hebben aangekakt
zij hebben aangekakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kakte aan
jij kakte aan
hij kakte aan
wij kakten aan
jullie kakten aan
zij kakten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aankakte
dat jij aankakte
dat hij aankakte
dat wij aankakten
dat jullie aankakten
dat zij aankakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangekakt
jij had aangekakt
hij had aangekakt
wij hadden aangekakt
jullie hadden aangekakt
zij hadden aangekakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aankakken
jij zult aankakken
hij zal aankakken
wij zullen aankakken
jullie zullen aankakken
zij zullen aankakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangekakt hebben
jij zult aangekakt hebben
hij zal aangekakt hebben
wij zullen aangekakt hebben
jullie zullen aangekakt hebben
zij zullen aangekakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aankakken
jij zou aankakken
hij zou aankakken
wij zouden aankakken
jullie zouden aankakken
zij zouden aankakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangekakt hebben
jij zou aangekakt hebben
hij zou aangekakt hebben
wij zouden aangekakt hebben
jullie zouden aangekakt hebben
zij zouden aangekakt hebben

Gebiedende wijs
kak aan

Aanvoegende wijs
aankakke

Voorbeelden

  1. Heeft iemand kak aan zijn schoen?
    Does someone have poop on their shoe?
  2. Heeft iemand kak aan zijn schoen op mijn vloer?
    Does someone have poop on their shoe on my floor?
  3. Na tien jaar kom je nog eens aankakken?
    Ten years and now you show up?
  4. En twee uur later, kom jij aankakken met' n levend lijk!
    And 2 hours later, you show up with a live corpse!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden