Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanhalen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangehaald

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik haal aan
jij haalt aan
hij haalt aan
wij halen aan
jullie halen aan
zij halen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanhaal
dat jij aanhaalt
dat hij aanhaalt
dat wij aanhalen
dat jullie aanhalen
dat zij aanhalen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangehaald
jij hebt aangehaald
hij heeft aangehaald
wij hebben aangehaald
jullie hebben aangehaald
zij hebben aangehaald

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik haalde aan
jij haalde aan
hij haalde aan
wij haalden aan
jullie haalden aan
zij haalden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanhaalde
dat jij aanhaalde
dat hij aanhaalde
dat wij aanhaalden
dat jullie aanhaalden
dat zij aanhaalden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangehaald
jij had aangehaald
hij had aangehaald
wij hadden aangehaald
jullie hadden aangehaald
zij hadden aangehaald

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanhalen
jij zult aanhalen
hij zal aanhalen
wij zullen aanhalen
jullie zullen aanhalen
zij zullen aanhalen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangehaald hebben
jij zult aangehaald hebben
hij zal aangehaald hebben
wij zullen aangehaald hebben
jullie zullen aangehaald hebben
zij zullen aangehaald hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanhalen
jij zou aanhalen
hij zou aanhalen
wij zouden aanhalen
jullie zouden aanhalen
zij zouden aanhalen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangehaald hebben
jij zou aangehaald hebben
hij zou aangehaald hebben
wij zouden aangehaald hebben
jullie zouden aangehaald hebben
zij zouden aangehaald hebben

Gebiedende wijs
haal aan

Aanvoegende wijs
aanhale

Voorbeelden

  1. De buikriem aanhalen.
    We 'll tighten our belts.
  2. Twee punten aanhalen.
    Harden up two points!
  3. Aanhalen en wegbrengen.
    Dragging and hauling.
  4. Loeven en schotten aanhalen.
    Slack windward brace and sheet.
  5. Elke verdedigingsadvocaat zal je aanhalen.
    Every defense attorney we face is gonna be quoting you.
  6. He, kan ik een ding aanhalen?
    Hey, can I point out one thing?
  7. Ik zou zijn banden wel willen aanhalen.
    I 'd like to enhance his medium.
  8. Ik had het niet eens moeten aanhalen.
    I shouldn 't have even brought it up.
  9. Ga je nu weer Thomas van Aquino aanhalen?
    You 're not gonna quote Thomas Aquinas again?
  10. Ik moet wel aanhalen dat het er niet zo veel zijn.
    I have to emphasize there haven 't been a ton of them.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden