Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanbevelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aanbevolen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beveel aan
jij beveelt aan
hij beveelt aan
wij bevelen aan
jullie bevelen aan
zij bevelen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanbeveel
dat jij aanbeveelt
dat hij aanbeveelt
dat wij aanbevelen
dat jullie aanbevelen
dat zij aanbevelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aanbevolen
jij hebt aanbevolen
hij heeft aanbevolen
wij hebben aanbevolen
jullie hebben aanbevolen
zij hebben aanbevolen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beval aan
jij beval aan
hij beval aan
wij bevalen aan
jullie bevalen aan
zij bevalen aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanbeval
dat jij aanbeval
dat hij aanbeval
dat wij aanbevalen
dat jullie aanbevalen
dat zij aanbevalen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aanbevolen
jij had aanbevolen
hij had aanbevolen
wij hadden aanbevolen
jullie hadden aanbevolen
zij hadden aanbevolen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanbevelen
jij zult aanbevelen
hij zal aanbevelen
wij zullen aanbevelen
jullie zullen aanbevelen
zij zullen aanbevelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aanbevolen hebben
jij zult aanbevolen hebben
hij zal aanbevolen hebben
wij zullen aanbevolen hebben
jullie zullen aanbevolen hebben
zij zullen aanbevolen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanbevelen
jij zou aanbevelen
hij zou aanbevelen
wij zouden aanbevelen
jullie zouden aanbevelen
zij zouden aanbevelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aanbevolen hebben
jij zou aanbevolen hebben
hij zou aanbevolen hebben
wij zouden aanbevolen hebben
jullie zouden aanbevolen hebben
zij zouden aanbevolen hebben

Gebiedende wijs
beveel aan

Aanvoegende wijs
aanbevele

Voorbeelden

  1. Beveel aan: stoppen.
    Recommend all stop.
  2. Ik beveel aan om met een sterk krachtvertoon te reageren.
    I recommend we respond with a strong show of force.
  3. Ik beveel aan dat u hem onder voorlopig arrest plaatst.
    Suggest you put him in pre-trial confinement.
  4. Wat, en me aanbevelen?
    What, and grade me?
  5. Kunt u iets aanbevelen?
    Can you recommend something?
  6. Wat zou je aanbevelen?
    What would you suggest? Hmm.
  7. Wat ik kan aanbevelen?
    What do I recommend?
  8. Ik kan hem aanbevelen.
    I can recommend him.
  9. Ik kan iemand aanbevelen.
    I could recommend somebody.
  10. Ik zal je aanbevelen.
    I 'll recommend you

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden