Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanbakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangebakken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bak aan
jij bakt aan
hij bakt aan
wij bakken aan
jullie bakken aan
zij bakken aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanbak
dat jij aanbakt
dat hij aanbakt
dat wij aanbakken
dat jullie aanbakken
dat zij aanbakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangebakken
jij hebt aangebakken
hij heeft aangebakken
wij hebben aangebakken
jullie hebben aangebakken
zij hebben aangebakken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bakte aan
jij bakte aan
hij bakte aan
wij bakten aan
jullie bakten aan
zij bakten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanbakte
dat jij aanbakte
dat hij aanbakte
dat wij aanbakten
dat jullie aanbakten
dat zij aanbakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangebakken
jij had aangebakken
hij had aangebakken
wij hadden aangebakken
jullie hadden aangebakken
zij hadden aangebakken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanbakken
jij zult aanbakken
hij zal aanbakken
wij zullen aanbakken
jullie zullen aanbakken
zij zullen aanbakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangebakken hebben
jij zult aangebakken hebben
hij zal aangebakken hebben
wij zullen aangebakken hebben
jullie zullen aangebakken hebben
zij zullen aangebakken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanbakken
jij zou aanbakken
hij zou aanbakken
wij zouden aanbakken
jullie zouden aanbakken
zij zouden aanbakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangebakken hebben
jij zou aangebakken hebben
hij zou aangebakken hebben
wij zouden aangebakken hebben
jullie zouden aangebakken hebben
zij zouden aangebakken hebben

Gebiedende wijs
bak aan

Aanvoegende wijs
aanbakke

Voorbeelden

  1. Was je uit z' n bak aan' t drinken?
    A dog catch you drinking out of his bowl?
  2. Laat hem niet te hard aanbakken.
    Don 't let him get too crispy.
  3. Ik laat de look nooit aanbakken.
    I never burn the garlic.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden