1. MWB
  2. Vertalen
  3. installieren (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • installieren > EN • installieren > ES • installieren > FR
Vertalingen installieren DE>NL

I installieren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnstaˈliːrən]

1) an eine Leitung anschließen - installeren

2) auf einen Computer kopieren (und dabei Optionen einstellen) - installeren


II die Installation

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɪnstalaˈʦjoːn]
Verbuigingen:  Installation , Installationen

1) deel van de uitdrukking: installatie
Die Installation des Programms startet automatisch. - De installatie van het programma start automatisch.

2) Ausrüstung eines Hauses mit Leitungen und Anschlüssen - installatie
die elektrischen Installationen eines Hauses - de elektrische installatie van een huis

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
installieren (ww.) neerleggen (ww.) ; zich afspelen (ww.) ; zetten (ww.) ; stationeren (ww.) ; situeren (ww.) ; posteren (ww.) ; posten (ww.) ; plaatsen (ww.) ; opzetten (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; aanbrengen (ww.) ; monteren en aansluiten (ww.) ; leggen (ww.) ; instellen (ww.) ; installeren (ww.) ; inrichten (ww.) ; deponeren (ww.) ; afstemmen (ww.) ; aansluiten (ww.) ; aanleggen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `installieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ablegen
DE: abstellen
DE: abstreifen
DE: anbringen
DE: anlegen
DE: anschließen
DE: aufbauen
DE: aufstellen
DE: austreiben
DE: bauen