Vertaal
Naar andere talen: • Aufbauen > ENAufbauen > ESAufbauen > FR
Vertalingen Aufbauen DE>NL

aufbauen

werkw.
Uitspraak:  aufbauən]

1) zusammenfügen, aufstellen - opbouwen

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. neu / wieder aufbauen

3) schaffen und gestalten - opbouwen , oprichten
sich eine Existenz / Zukunft aufbauen - een bestaan / toekomst opbouwen

4) herstellen, entstehen lassen - opbouwen
Bitte warten, bis die Verbindung zum Internet aufgebaut ist. - Wacht aub totdat de verbinding met internet is opgebouwd.

5) mit einer bestimmten Gliederung, Struktur gestalten - opbouwen
einen Text logisch aufbauen - een tekst logisch opbouwen

6) deel van de uitdrukking:
uitdrukking auf etw. aufbauen

7) sich entwickeln, entstehen - opbouwen
In der Nacht hat sich ein großes Tiefdruckgebied aufgebaut. - Afgelopen nacht is er een groot lagedrukgebied opgebouwd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufbauen (ww.) inrichten (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; verbouwen (ww.) ; telen (ww.) ; regelen (ww.) ; procreëren (ww.) ; planten (ww.) ; opkweken (ww.) ; opbouwen (ww.) ; muziek componeren (ww.) ; kweken (ww.) ; installeren (ww.) ; iets op touw zetten (ww.) ; genereren (ww.) ; fokken (ww.) ; construeren (ww.) ; bouwen (ww.) ; arrangeren (ww.) ; aanplanten (ww.) ; aankweken (ww.)
aufbauen confectioneren ; samenbouwen ; oplopen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Aufbauen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anbauen
DE: anordnen
DE: Anpflanzen
DE: aufrichten
DE: aufstellen
DE: aufziehen
DE: ausfertigen
DE: ausrichten
DE: bauen
DE: bilden

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich aufbauen NL: de houding aannemen