Vertalingen Erbrechen DE>NL
erbrechen
werkw.
1) wieder von sich geben -
braken , overgeven Das Kind erbrach den Brei. - Het braakte de pap uit. |
2) den Mageninhalt wieder von sich geben -
braken , overgeven Sie hat sich mehrmals erbrochen. - Zij heeft meerder malen overgegeven. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
erbrechen (ww.) | onwel worden (ww.) ; uitbraken (ww.) ; vomeren (ww.) |
das Erbrechen | het braken ; het kotsen ; het overgeven ; het spugen ; het spuwen |
Erbrechen | koppen ; toppen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Erbrechen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: brechenDE: ergebenDE: kotzenDE: sich erbrechenDE: spuckenDE: Unwohl werdenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
erbrechen
NL: overgeven, braken