1 vertalingen voor het Nederlandse woord `slibberen`

1. slibberen = glijden (op ijsbaan) (Genneps)

21 vertalingen voor het dialectwoord `slibberen`

1. Slibberen = Glijden (over sneeuw) (Ewijk (Euiwwiks))
2. slibberen = baantje glijden (Beerses)
3. slibberen = Glijden (Mols)
4. slibberen = glijden (Turnhouts)
5. slibberen = glijden (op gladde ondergrond) (Geels)
6. slibberen = glijden (Geels)
7. slibberen = over ijs schuiven (nieuwmoers)
8. slibberen = glijden op ijsbaan (Overpelts)
9. slibberen = glijden (neeroeters)
10. slibberen = slippen (Horpmaal)
11. slibberen = glijden op ijs (Neerpelts)
12. slibberen = glijden (Genneps)
13. slibberen = (op het ijs) glijden (Gils)
14. slibberen = baantje glijden (Tilburgs)
15. slibberen = glijden (Helmonds)
16. slibberen = glijden (Zunderts)
17. slibberen = glijden op sneeuw / ijs (Heezers)
18. slibberen = over het ijs glijden (Kaatsheuvels)
19. slibberen = baantje glijden (Brabants)
20. slibberen = glijden (Giesbaargs)
21. slibberen = glijden (Herns (Herne, VL-B))