Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontslaan

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontslagen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontsla
jij ontslaat
hij ontslaat
wij ontslaan
jullie ontslaan
zij ontslaan

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontslagen
jij hebt ontslagen
hij heeft ontslagen
wij hebben ontslagen
jullie hebben ontslagen
zij hebben ontslagen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontsloeg
jij ontsloeg
hij ontsloeg
wij ontsloegen
jullie ontsloegen
zij ontsloegen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontslagen
jij had ontslagen
hij had ontslagen
wij hadden ontslagen
jullie hadden ontslagen
zij hadden ontslagen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontslaan
jij zult ontslaan
hij zal ontslaan
wij zullen ontslaan
jullie zullen ontslaan
zij zullen ontslaan

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontslagen hebben
jij zult ontslagen hebben
hij zal ontslagen hebben
wij zullen ontslagen hebben
jullie zullen ontslagen hebben
zij zullen ontslagen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontslaan
jij zou ontslaan
hij zou ontslaan
wij zouden ontslaan
jullie zouden ontslaan
zij zouden ontslaan

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontslagen hebben
jij zou ontslagen hebben
hij zou ontslagen hebben
wij zouden ontslagen hebben
jullie zouden ontslagen hebben
zij zouden ontslagen hebben

Gebiedende wijs
ontsla

Aanvoegende wijs
ontsla

Voorbeelden

  1. Wil je me ontslaan, ontsla me dan.
    You wanna fire me, fire me.
  2. Als je iemand wilt ontslaan, ontsla hem.
    Fire me? If you 're firing anybody, I 'd fire him.
  3. Ontsla dan niemand.
    So don 't fire anyone.
  4. Ontsla mijn niet.
    Mom! Don 't fire me.
  5. Ontsla haar vandaag.
    Sack the girl today!
  6. Ontsla je patiënt.
    Discharge the patient.
  7. Ontsla hem, alsjeblieft.
    Discharge him, please.
  8. Ontsla haar, alsjeblieft.
    Discharge her, please.
  9. Oké, ontsla haar.
    All right, fire her.
  10. Ontsla hem, Hilary.
    Get rid of him, Hilary.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden