Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verloven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verloofd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verloof
jij verlooft
hij verlooft
wij verloven
jullie verloven
zij verloven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verloofd
jij hebt verloofd
hij heeft verloofd
wij hebben verloofd
jullie hebben verloofd
zij hebben verloofd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verloofde
jij verloofde
hij verloofde
wij verloofden
jullie verloofden
zij verloofden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verloofd
jij had verloofd
hij had verloofd
wij hadden verloofd
jullie hadden verloofd
zij hadden verloofd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verloven
jij zult verloven
hij zal verloven
wij zullen verloven
jullie zullen verloven
zij zullen verloven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verloofd hebben
jij zult verloofd hebben
hij zal verloofd hebben
wij zullen verloofd hebben
jullie zullen verloofd hebben
zij zullen verloofd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verloven
jij zou verloven
hij zou verloven
wij zouden verloven
jullie zouden verloven
zij zouden verloven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verloofd hebben
jij zou verloofd hebben
hij zou verloofd hebben
wij zouden verloofd hebben
jullie zouden verloofd hebben
zij zouden verloofd hebben

Gebiedende wijs
verloof

Aanvoegende wijs
verlove

Voorbeelden

  1. Hoe vaak verloof je je nou?
    How often do you get engaged?
  2. Omdat ik ga verhuizen naar London en verloof met Raj.
    Because i will be movingto london and engaged to raj.
  3. Weet je, ik verloof mijn kleine meid ongeveer vijf jaar geleden...
    You know, I lost my little girl about four years ago...
  4. En deed het er voor mij niet meer toe of je nu won of verloof, omdat je echt probeerde.
    And I didn 't care whether you won or lost, because you were really trying.
  5. We gaan verloven.
    We 're getting hitched.
  6. Hij gaat zich verloven.
    He 's getting engaged.
  7. Je gaat je verloven.
    You 're getting engaged!
  8. Alle verloven zijn ingetrokken.
    All leave is cancelled.
  9. Barney gaat zich verloven?
    Bar-Barney 's getting engaged?
  10. Alle verloven zijn ingetrokken.
    All leaves have been withdrawn.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden