Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rooien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerooid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rooi
jij rooit
hij rooit
wij rooien
jullie rooien
zij rooien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerooid
jij hebt gerooid
hij heeft gerooid
wij hebben gerooid
jullie hebben gerooid
zij hebben gerooid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rooide
jij rooide
hij rooide
wij rooiden
jullie rooiden
zij rooiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerooid
jij had gerooid
hij had gerooid
wij hadden gerooid
jullie hadden gerooid
zij hadden gerooid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rooien
jij zult rooien
hij zal rooien
wij zullen rooien
jullie zullen rooien
zij zullen rooien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerooid hebben
jij zult gerooid hebben
hij zal gerooid hebben
wij zullen gerooid hebben
jullie zullen gerooid hebben
zij zullen gerooid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rooien
jij zou rooien
hij zou rooien
wij zouden rooien
jullie zouden rooien
zij zouden rooien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerooid hebben
jij zou gerooid hebben
hij zou gerooid hebben
wij zouden gerooid hebben
jullie zouden gerooid hebben
zij zouden gerooid hebben

Gebiedende wijs
rooi

Aanvoegende wijs
rooie

Voorbeelden

  1. Rooien onder het bed.
    Reds under the bed.
  2. Rooien hebben weinig pigment.
    Redheads lack pigmentation.
  3. Tenzij we een kudde rooien tegenkomen.
    Unless we see a mob of big reds.
  4. Ik kan zo aardappels gaan rooien.
    I should get on my hands and knees and start scooping.
  5. Nog steeds achter de rooien aan?
    You guys still busting Reds?
  6. Dat heeft me tien rooien gekost.
    Put me back ten grand while they were at it.
  7. Dat is twee rooien de man!
    That 's two grand apiece!
  8. Blijkbaar, Will ontfutselde hem 20 rooien.
    Apparently, Will hustled him out of 20 grand.
  9. De rooien beweren dat ze Mohammed hebben!
    The gingers are claiming zey have!
  10. Ze hebben vogels gedood tijdens' t rooien.
    They wiped out some birds when they went through there.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden