NL: masturberen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gemasturbeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik masturbeer jij masturbeert hij masturbeert wij masturberen jullie masturberen zij masturberen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gemasturbeerd jij hebt gemasturbeerd hij heeft gemasturbeerd wij hebben gemasturbeerd jullie hebben gemasturbeerd zij hebben gemasturbeerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik masturbeerde jij masturbeerde hij masturbeerde wij masturbeerden jullie masturbeerden zij masturbeerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gemasturbeerd jij had gemasturbeerd hij had gemasturbeerd wij hadden gemasturbeerd jullie hadden gemasturbeerd zij hadden gemasturbeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal masturberen jij zult masturberen hij zal masturberen wij zullen masturberen jullie zullen masturberen zij zullen masturberen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gemasturbeerd hebben jij zult gemasturbeerd hebben hij zal gemasturbeerd hebben wij zullen gemasturbeerd hebben jullie zullen gemasturbeerd hebben zij zullen gemasturbeerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou masturberen jij zou masturberen hij zou masturberen wij zouden masturberen jullie zouden masturberen zij zouden masturberen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gemasturbeerd hebben jij zou gemasturbeerd hebben hij zou gemasturbeerd hebben wij zouden gemasturbeerd hebben jullie zouden gemasturbeerd hebben zij zouden gemasturbeerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
masturbeer
|
| Aanvoegende wijs |
| masturbere |