Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: magnetiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemagnetiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik magnetiseer
jij magnetiseert
hij magnetiseert
wij magnetiseren
jullie magnetiseren
zij magnetiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemagnetiseerd
jij hebt gemagnetiseerd
hij heeft gemagnetiseerd
wij hebben gemagnetiseerd
jullie hebben gemagnetiseerd
zij hebben gemagnetiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik magnetiseerde
jij magnetiseerde
hij magnetiseerde
wij magnetiseerden
jullie magnetiseerden
zij magnetiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemagnetiseerd
jij had gemagnetiseerd
hij had gemagnetiseerd
wij hadden gemagnetiseerd
jullie hadden gemagnetiseerd
zij hadden gemagnetiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal magnetiseren
jij zult magnetiseren
hij zal magnetiseren
wij zullen magnetiseren
jullie zullen magnetiseren
zij zullen magnetiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemagnetiseerd hebben
jij zult gemagnetiseerd hebben
hij zal gemagnetiseerd hebben
wij zullen gemagnetiseerd hebben
jullie zullen gemagnetiseerd hebben
zij zullen gemagnetiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou magnetiseren
jij zou magnetiseren
hij zou magnetiseren
wij zouden magnetiseren
jullie zouden magnetiseren
zij zouden magnetiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemagnetiseerd hebben
jij zou gemagnetiseerd hebben
hij zou gemagnetiseerd hebben
wij zouden gemagnetiseerd hebben
jullie zouden gemagnetiseerd hebben
zij zouden gemagnetiseerd hebben

Gebiedende wijs
magnetiseer

Aanvoegende wijs
magnetisere

Voorbeelden

  1. Simon zou zijn sleutel thuis niet kunnen magnetiseren.
    Simon wouldn 't have been able to magnetize his key at home.
  2. Ik pak je gewoon terug voor het magnetiseren van al mijn potten en pannen.
    I 'm just getting back at you For magnetizing all my pots and pans.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden