NL: kopiëren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gekopieerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik kopieer jij kopieert hij kopieert wij kopiëren jullie kopiëren zij kopiëren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gekopieerd jij hebt gekopieerd hij heeft gekopieerd wij hebben gekopieerd jullie hebben gekopieerd zij hebben gekopieerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik kopieerde jij kopieerde hij kopieerde wij kopieerden jullie kopieerden zij kopieerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gekopieerd jij had gekopieerd hij had gekopieerd wij hadden gekopieerd jullie hadden gekopieerd zij hadden gekopieerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal kopiëren jij zult kopiëren hij zal kopiëren wij zullen kopiëren jullie zullen kopiëren zij zullen kopiëren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gekopieerd hebben jij zult gekopieerd hebben hij zal gekopieerd hebben wij zullen gekopieerd hebben jullie zullen gekopieerd hebben zij zullen gekopieerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou kopiëren jij zou kopiëren hij zou kopiëren wij zouden kopiëren jullie zouden kopiëren zij zouden kopiëren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gekopieerd hebben jij zou gekopieerd hebben hij zou gekopieerd hebben wij zouden gekopieerd hebben jullie zouden gekopieerd hebben zij zouden gekopieerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
kopieer
|
| Aanvoegende wijs |
| kopiere |