Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kaatsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekaatst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kaats
jij kaatst
hij kaatst
wij kaatsen
jullie kaatsen
zij kaatsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekaatst
jij hebt gekaatst
hij heeft gekaatst
wij hebben gekaatst
jullie hebben gekaatst
zij hebben gekaatst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kaatste
jij kaatste
hij kaatste
wij kaatsten
jullie kaatsten
zij kaatsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekaatst
jij had gekaatst
hij had gekaatst
wij hadden gekaatst
jullie hadden gekaatst
zij hadden gekaatst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kaatsen
jij zult kaatsen
hij zal kaatsen
wij zullen kaatsen
jullie zullen kaatsen
zij zullen kaatsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekaatst hebben
jij zult gekaatst hebben
hij zal gekaatst hebben
wij zullen gekaatst hebben
jullie zullen gekaatst hebben
zij zullen gekaatst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kaatsen
jij zou kaatsen
hij zou kaatsen
wij zouden kaatsen
jullie zouden kaatsen
zij zouden kaatsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekaatst hebben
jij zou gekaatst hebben
hij zou gekaatst hebben
wij zouden gekaatst hebben
jullie zouden gekaatst hebben
zij zouden gekaatst hebben

Gebiedende wijs
kaats

Aanvoegende wijs
kaatse

Voorbeelden

  1. Je weet wel... kaatsen?
    You know... lawn bowling?
  2. Niet kaatsen, alleen schrijven.
    No bouncing, just writing.
  3. Spiegels kaatsen er licht naartoe.
    We got tactical mirrors reflecting light towards.
  4. Je veranderde de decoderdoos... om mijn laserstraal recht op mij terug te laten kaatsen.
    You altered the decoder box to reflect my laser beam right back at me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden