NL: freelancen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gefreelancet
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik freelance jij freelancet hij freelancet wij freelancen jullie freelancen zij freelancen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gefreelancet jij hebt gefreelancet hij heeft gefreelancet wij hebben gefreelancet jullie hebben gefreelancet zij hebben gefreelancet
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik freelancete jij freelancete hij freelancete wij freelanceten jullie freelanceten zij freelanceten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gefreelancet jij had gefreelancet hij had gefreelancet wij hadden gefreelancet jullie hadden gefreelancet zij hadden gefreelancet
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal freelancen jij zult freelancen hij zal freelancen wij zullen freelancen jullie zullen freelancen zij zullen freelancen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gefreelancet hebben jij zult gefreelancet hebben hij zal gefreelancet hebben wij zullen gefreelancet hebben jullie zullen gefreelancet hebben zij zullen gefreelancet hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou freelancen jij zou freelancen hij zou freelancen wij zouden freelancen jullie zouden freelancen zij zouden freelancen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gefreelancet hebben jij zou gefreelancet hebben hij zou gefreelancet hebben wij zouden gefreelancet hebben jullie zouden gefreelancet hebben zij zouden gefreelancet hebben
|
Gebiedende wijs |
freelance
|
Aanvoegende wijs |
freelance |