Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: cachen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecachet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik cache
jij cachet
hij cachet
wij cachen
jullie cachen
zij cachen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecachet
jij hebt gecachet
hij heeft gecachet
wij hebben gecachet
jullie hebben gecachet
zij hebben gecachet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik cachete
jij cachete
hij cachete
wij cacheten
jullie cacheten
zij cacheten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecachet
jij had gecachet
hij had gecachet
wij hadden gecachet
jullie hadden gecachet
zij hadden gecachet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal cachen
jij zult cachen
hij zal cachen
wij zullen cachen
jullie zullen cachen
zij zullen cachen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecachet hebben
jij zult gecachet hebben
hij zal gecachet hebben
wij zullen gecachet hebben
jullie zullen gecachet hebben
zij zullen gecachet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou cachen
jij zou cachen
hij zou cachen
wij zouden cachen
jullie zouden cachen
zij zouden cachen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecachet hebben
jij zou gecachet hebben
hij zou gecachet hebben
wij zouden gecachet hebben
jullie zouden gecachet hebben
zij zouden gecachet hebben

Gebiedende wijs
cache

Aanvoegende wijs
cache

Voorbeelden

  1. In Frankie' s mobiele cache.
    In Frankie 's mobile cache.
  2. Ik zal hem de cache ontzeggen.
    I will deny him the cache.
  3. De cache is weg, alsof het er nooit was.
    The cache is gone, as if it was never there.
  4. Ik weet het, ik moet me concentreren op de cache.
    I-I know, I should be focusing on the cache.
  5. Óf we krijgen Jack en de cache... óf we krijgen niets.
    Either we get Jack and the cache... or we get nothing.
  6. Ik was net de cache aan het controleren op I-5.
    I was just checking the cache on the I-5s.
  7. Hoe eerder we weten waar de cache te vinden is, hoe beter.
    The sooner we know where to go to find the cache, the better.
  8. Ja, ik wil graag rapporteren een grote cache van wapens en drugs.
    Yes, I 'd like to report a large cache of weapons and drugs.
  9. Spanje heeft geëist dat ik u zou afleveren samen met de cache.
    Spain has demanded I deliver you along with the cache.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden