Vertalingen stranden NL>DE
stranden
werkw.
Uitspraak: | [ˈstrɑndə(n)] |
Verbuigingen: | strandde (verl.tijd ) is gestrand (volt.deelw.) |
1) (van schepen) onbedoeld op land terechtkomen en vastzitten -
stranden Het schip is door de storm van zijn ankers geslagen en bij Den Helder gestrand. - Der Anker des Schiffes hat sich durch den Sturm losgerissen und das Schiff ist bei Den Helder gestrandet. |
2) (van reizigers) onbedoeld niet verder kunnen en ergens moeten blijven -
stranden Door de sneeuw reden er geen treinen meer en zijn duizenden reizigers gestrand. - Durch den Schnee fuhren keine Züge mehr und Tausende Reisende strandeten. |
3) mislukken -
stranden , fehlschlagen De eerste poging om het paard te bevrijden is gestrand. - Der erste Versuch, das Pferd zu befreien, ist fehlgeschlagen. Ons huwelijk is gestrand. - Unsere Ehe ist fehlgeschlagen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stranden (ww.) | abgehen (ww.) ; auffliegen (ww.) ; auflaufen (ww.) ; danebengehen (ww.) ; fehlschlagen (ww.) ; irren (ww.) ; scheitern (ww.) ; schiefgehen (ww.) |
stranden (werkw.) | stranden |
het stranden | das Anschwemmen |
stranden | auf Grund geraten ; stranden ; Strandung |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `stranden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandrijvenNL: aanspoelenNL: afgaanNL: falenNL: floppenNL: misgaanNL: mislopenNL: mislukkenNL: verkeerd lopenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de kust
stranden
DE: an der Küste strandenNL: (pogingen, onderhandelingen)
stranden (op)
DE: scheitern (an (3))