tussen

voorzetsel

Uitspraak:

[ˈtʏsə(n)]

1) op een plaats met aan beide kanten iemand of iets - zwischen

de weg tussen Amsterdam en Utrecht - die Straße zwischen Amsterdam und Utrecht

tussen ons gezegd en gezwegen (=<commentaar waarmee je aangeeft dat wat je hebt gezegd, geheim moet blijven>) - das bleibt unter uns

2) op een moment na het eerst genoemde tijdstip maar vóór het tweede - zwischen

tussen twaalf en twee uur - zwischen zwölf und zwei Uhr tussen Kerstmis en Nieuwjaar - zwischen Weihnachten und Neujahr

3) op een plaats in het midden van - unter

zich tussen de mensen begeven - sich unter die Leute begeben

4) <zonder eigen betekenis in verschillende uitdrukkingen>
- zwischen

het verschil tussen jou en mij (=dat waarin jij en ik van elkaar verschillen) - der Unterschied zwischen dir und mir

© K Dictionaries Ltd.

tussen (voorzetsel)	zwischen
tussen	zwischen ; unter

Bronnen: Wiktionary; interglot




NL: medio
NL: midden
NL: middenin
NL: onder

NL: (de auto reed met volle vaart) tussen de mensen door DE: zwischen den Leuten hindurch
NL: ervan tussen gaan DE: auskneifen, türmen, sich drücken
NL: (hij is) ervan tussen DE: auf und davon, durchgebrannt