Vertaal
Naar andere talen: • mislopen > ENmislopen > ESmislopen > FR
Vertalingen mislopen NL>DE

mislopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈmɪslopə(n)]
Verbuigingen:  liep mis (verl.tijd ) is misgelopen (volt.deelw.)

1) niet gaan zoals bedoeld of gewenst - fehlschlagen , misslingen , danebengehen
Er liep van alles mis tijdens de plechtigheid. - Während der Feierlichkeit misslang alles Mögliche.

2) per ongeluk net niet ontmoeten of krijgen - verpassen
elkaar mislopen bij een reünie - sich auf einem Treffen verpassen
Veel medewerkers zijn de extra uitkering misgelopen. - Viele Mitarbeiter haben die Extrazahlung verpasst.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mislopen (ww.) abgehen (ww.) ; auffliegen (ww.) ; danebengehen (ww.) ; einschießen (ww.) ; fehlschlagen (ww.) ; irren (ww.) ; mißlingen (ww.) ; mißraten (ww.) ; scheitern (ww.) ; schiefgehen (ww.) ; sich verirren (ww.) ; sich verlaufen (ww.) ; verfehlen (ww.) ; verpassen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `mislopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgaan
NL: falen
NL: floppen
NL: iets mislopen
NL: misgaan
NL: mislukken
NL: missen
NL: niet krijgen
NL: stranden
NL: verkeerd lopen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: iemand, zijn roeping mislopen DE: einen, seinen Beruf verfehlen
NL: we waren elkaar misgelopen DE: wir hatten uns verfehlt, einander verfehlt
NL: de straf mislopen DE: der Strafe entgehen
NL: de trein mislopen DE: den Zug verfehlen, verpassen
NL: (die mooie gelegenheid) ben ik misgelopen DE: habe ich mir entgehen lassen, habe ich versäumt