raken

werkw.

Uitspraak:	[ˈrakə(n)]
Verbuigingen:	raakte (verl.tijd )

1) treffen met een schot of klap - treffen , berühren

Verbuigingen:	heeft geraakt (volt.deelw.)
Er werd geschoten, maar er is niemand geraakt. - Es wurde geschossen, aber es wurde niemand getroffen.
hem flink raken (=veel alcohol drinken) - dem Alkohol verfallen sein

2) emotie opwekken - treffen , aufwühlen , berühren

Verbuigingen:	heeft geraakt (volt.deelw.)
Wat zij over mijn vader zei, heeft me diep geraakt. - Was sie über meinen Vater sagte, hat mich tief getroffen.

3) terechtkomen of worden - werden , geraten , gehen

Verbuigingen:	is geraakt (volt.deelw.)
gewond raken - verletzt werden zoekraken - verloren gehen in de problemen raken - in Schwierigkeiten geraten

© K Dictionaries Ltd.

raken (ww.)	besiegen (ww.) ; stoßen (ww.) ; schlagen (ww.) ; hinkommen (ww.) ; hingelangen (ww.) ; erregen (ww.) ; enden (ww.) ; bewegen (ww.) ; betreffen (ww.) ; berühren (ww.) ; beeinflußen (ww.) ; antun (ww.) ; ansprechen (ww.) ; anrühren (ww.)
raken (werkw.)	werden ; geraten
het raken	das Treffen

Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary




NL: aangaan
NL: aankomen
NL: aanraken
NL: beïnvloeden
NL: beroeren
NL: betreffen
NL: grenzen
NL: meeslepen
NL: ontroeren
NL: terechtkomen

NL: (wat) raakt u dat? DE: geht das Sie an?
NL: elkaar raken DE: sich berühren
NL: wie aan zijn zoon raakt, raakt aan hem DE: wer seinem Sohn zu nahe kommt, kommt ihm zu nahe
NL: aan het praten, het slingeren raken etc. DE: ins Plaudern, ins Schleudern kommen
NL: aan de drank raken DE: sich dem Trunke ergeben
NL: in brand raken DE: in Brand geraten
NL: te water raken DE: ins Wasser fallen
NL: uit de mode raken DE: aus der Mode kommen
NL: eruit raken DE: hinauskommen, herauskommen
NL: van de weg raken DE: vom Wege abkommen
NL: (bekend, vlot, vrij etc.) raken DE: werden
NL: verliefd raken op DE: sich verlieben in (4)
NL: verloren raken DE: verloren gehen