Vertaal
Naar andere talen: • ontroeren > ENontroeren > ESontroeren > FR
Vertalingen ontroeren NL>DE

ontroeren

werkw.
Uitspraak:  [ɔntˈrurə(n)]
Verbuigingen:  ontroerde (verl.tijd ) heeft ontroerd (volt.deelw.)

emoties veroorzaken met iets moois of iets zieligs - rühren
Hij raakte zo ontroerd door de mooie toespraak dat hij zelf geen dankwoord meer kon spreken. - Durch die schöne Rede wurde er so gerührt, dass er selbst kein Dankeswort mehr herausbringen konnte.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ontroeren (ww.) anrühren (ww.) ; berühren (ww.) ; bewegen (ww.) ; ergreifen (ww.) ; treffen (ww.)
ontroeren (werkw.) berühren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `ontroeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangrijpen
NL: bewegen
NL: raken
NL: treffen