Vertalingen klier NL>DE
I de klier
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [klir] |
Verbuigingen: | klieren (meerv.) |
ontzettend vervelend iemand -
Ekel (das ~) een klier van een vent - ein ekelhafter Kerl |
II klier
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [klir] |
Verbuigingen: | klieren (meerv.) |
orgaan in je lichaam dat een stof maakt -
Drüse (die ~) melkklier - Milchdrüse traanklier - Tränendrüse |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de klier | das Aas ; der Dreckskerl ; die Drüse ; der Ekel ; der elende Kerl ; die Giftnudel ; das Luder ; der Lump ; der Rabauke ; die Schlange ; der Schuft ; der Widerling |
klier | Die Druese ; Druese ; Glandula |
Bronnen: interglot; pijnstillerinfocentrum; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `klier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ellendelingNL: etterNL: inwendig orgaanNL: krengNL: mispuntNL: schoftNL: schurkNL: smeerlapNL: stuk ongelukNL: zakUitdrukkingen en gezegdes
NL: klieren
DE: (aandoening) Skrofeln (Mz)NL: last van
klieren hebben
DE: an Skrofeln leidenNL: klier van een vent
DE: Ekel (der) DE: ekelhafter KerlNL: klier die je bent!
DE: du Ekel!