Vertalingen profesar ES>NL
I profesar
werkw.
1) aceptar y seguir una creencia religiosa -
belijden profesar la fe cristiana - het christelijke geloof belijden |
2) ejercer una actividad -
beoefenen profesar la medicina - de geneeskunde beoefenen |
3) demostrar un sentimiento -
laten zien Me ha profesado amor eterno. - Hij heeft me eeuwige liefde getoond. |
II profesar
werkw.
emitir los votos una persona consagrada -
de gelofte afleggen Profesó como jesuita. - Hij heeft zijn gelofte als jezuïet afgelegd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
profesar (ww.) | belijden (ww.) ; geloof aanhangen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `profesar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afirmarES: confesarES: creerES: desempeñarES: ejercerES: estimarES: imaginarES: opinarES: pensarES: practicar