Vertalingen afirmar ES>NL
I afirmar
werkw.
1) declarar que algo es verdad -
bevestigen Afirmó que formaría un nuevo equipo de fútbol. - Hij bevestigde dat hij een nieuw voetbalteam zou gaan vormen. |
2) dar firmeza, seguridad y solidez a algo -
vastzetten afirmar las paredes - de muren vastzetten |
II afirmar
werkw.
decir que sí -
ja zeggen Cuando le pregunté, afirmó con un gesto. - Toen ik het hem vraag, knikte hij ja. |
III afirmarse
werkw.
adquirir una posición estable o sólida -
stevig zitten Con su habilidad, se afirmó en su puesto de gerente. - Met zijn bekwaamheid zit hij stevig op zijn directeurspost. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afirmar (ww.) | bekrachtigen (ww.) ; bevestigen (ww.) ; bezegelen (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; homologeren (ww.) |
afirmar | beleggen ; verklaren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `afirmar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anotarES: asegurarES: asentarES: aseverarES: autenticarES: certificarES: contestar afirmativamenteES: creerES: dar una respuesta afirmativaES: declarar