Vertaal
Naar andere talen: • estimar > DEestimar > ENestimar > FR
Vertalingen estimar ES>NL

estimar

werkw.
Uitspraak:  [esti'maɾ]

1) atribuir valor a una persona o cosa - waarderen
Estimo tu esfuerzo pero no alcanza. - Ik waardeer je inzet maar het is niet genoeg.

2) sentir cariño o aprecio por alguien o algo - respecteren
estimar al prójimo - de naaste respecteren

3) calcular el valor aproximado de una cosa - een schatting maken
Un agente de seguros estimó los daños del incendio. - Een verzekeringsagent heeft een schatting gemaakt van de brandschade.

4) tener una opinión respecto de algo o alguien - menen
Estimo que tus argumentos son falaces. - Ik denk dat jouw beredeneringen misleidend zijn.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
estimar (ww.) ingeven (ww.) ; waarderen (ww.) ; van een prijs voorzien (ww.) ; taxeren (ww.) ; suggereren (ww.) ; schatten (ww.) ; ramen (ww.) ; raden (ww.) ; prijzen (ww.) ; overwegen (ww.) ; overdenken (ww.) ; op prijs stellen (ww.) ; inschatten (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; gissing maken (ww.) ; gissen (ww.) ; evalueren (ww.) ; berekenen (ww.) ; beramen (ww.) ; bepalen (ww.) ; beoordelen (ww.) ; begroten (ww.) ; appreciëren (ww.) ; afwegen (ww.) ; adviseren (ww.)
estimar achten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `estimar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adivinar
ES: admirar
ES: adorar
ES: afirmar
ES: agradecer
ES: amar
ES: appreciar
ES: apreciar
ES: barruntar
ES: calcular