Vertaal
Naar andere talen: • creer > DEcreer > ENcreer > FR
Vertalingen creer ES>NL

I creer

werkw.
Uitspraak:  [kɾe'eɾ]

1) considerar algo como verdadero o cierto - vertrouwen
Creo en su palabra. - Op zijn woord vertrouwen

2) tener confianza en alguien o algo - geloven
Creyó en él a pesar de todo. - Ik geloofde in hem ondanks alles.


II creer

werkw.

suponer determinada cosa - veronderstellen
Creía que el trabajo sería mío. - Ik ging ervan uit dat het werk voor mij zou zijn.


III creerse

werkw.
Uitspraak:  [kɾe'eɾse]

pensar alguien que tiene ciertas bondades que en realidad no posee - zich wanen
Se cree el mejor de todos. - Hij waant zich de beste van allemaal.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
creer (ww.) aannemen (ww.) ; geloven (ww.) ; inleven (ww.) ; invoelen (ww.) ; meeleven (ww.) ; voelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `creer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: afirmar
ES: apreciar
ES: asumir
ES: calcular
ES: compartir los sentimientos de
ES: computar
ES: confesar
ES: considerar
ES: contar
ES: creer en