imaginar - Vertaling Spaans-Nederlands

Vertalingen imaginar ES>NL

I imaginar

werkw.

Uitspraak:

[ima x i'naɾ]

pensar un juicio a partir de ciertos indicios - denken

Le compré este libro porque imagino que le gustará. - Ik heb dit boek voor hem gekocht omdat ik denk dat hij het leuk zal vinden.

werkw.

Uitspraak:

[ima x i'naɾse]

figurarse la representación de sucesos, historias o imágenes de cosas que no existen en la realidad - zich voorstellen

Me imagino la cara que pondrá cuando le dé la noticia. - Ik stel me het gezicht voor dat hij zal trekken als ik hem het nieuws vertel.

Overige bronnen

imaginar (ww.)	bedenken (ww.) ; fantaseren (ww.) ; uitdenken (ww.) ; verdichten (ww.) ; verzinnen (ww.) ; voorwenden (ww.)
imaginar	zich voorstellen

Bronnen: interglot; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `imaginar`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: afirmar
ES: apretar
ES: calcular
ES: compendiar
ES: comprender
ES: comprimir
ES: concebir
ES: concentrarse
ES: condensarse
ES: crear