Vertaal
Naar andere talen: • oprimir > DEoprimir > ENoprimir > FR
Vertalingen oprimir ES>NL

oprimir

werkw.
Uitspraak:  [oi'miɾ]

1) ejercer presión sobre una cosa - (in)drukken
oprimir un botón - op een knop drukken

2) apretar algo con intensidad - te strak zitten
Estos pantalones me oprimen en la cintura. - Deze broek zit te strak rond mijn middel.

3) ejercer sobre una persona o grupo un exceso de autoridad - onderdrukken
El régimen oprimía al pueblo. - Het bewind onderdrukte het volk.

4) producir algo angustia a una persona - beklemmen
Quiere liberarse de una relación que lo oprime. - Hij wil zich losmaken van een relatie die hem beklemt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
oprimir (ww.) beklemmen (ww.) ; benauwen (ww.) ; butsen (ww.) ; een deuk maken in (ww.) ; indeuken (ww.) ; indrukken (ww.) ; induwen (ww.) ; naar beneden drukken (ww.) ; onderdrukken (ww.) ; persen (ww.) ; verdrukken (ww.)
oprimir stevig drukken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `oprimir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abollar
ES: acongojar
ES: ahogar
ES: angustiar
ES: aplastar
ES: apretar
ES: apretujar
ES: asentarse
ES: asfixiar
ES: atormentar