Vertaal
Naar andere talen: • inaugurar > DEinaugurar > ENinaugurar > FR
Vertalingen inaugurar ES>NL

inaugurar

werkw.
Uitspraak:  [inauaɾ]

1) dar inicio a una actividad con una celebración - inwijden
inaugurar un hospital - een ziekenhuis inwijden

2) abrir al público un establecimiento - openen
inaugurar un restaurante - een restaurant openen

3) iniciar o introducir una idea o moda - ontwikkelen
inaugurar un estilo poético - een poëtische stijl ontwikkelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
inaugurar (ww.) inluiden (ww.) ; zegenen (ww.) ; wijden (ww.) ; ter sprake brengen (ww.) ; te berde brengen (ww.) ; starten (ww.) ; plechtig bevestigen (ww.) ; opwerpen (ww.) ; openen (ww.) ; inzegenen (ww.) ; inwijden (ww.) ; aankaarten (ww.) ; inleiden (ww.) ; inhuldigen (ww.) ; inaugureren (ww.) ; heiligen (ww.) ; gesprek aanknopen (ww.) ; entameren (ww.) ; beginnen (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanknopen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inaugurar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abordar
ES: abrir
ES: arrancar
ES: aumentar
ES: comenzar
ES: consagrar
ES: empezar
ES: estrenar
ES: iniciar
ES: instalar