Vertalingen iniciar ES>NL
I iniciar
werkw.
1) promover el comienzo de algo -
beginnen iniciar una polémica - een discussie beginnen |
2) constituir una cosa el inicio de lo que se expresa -
beginnen La película inicia con un crimen que no se resuelve sino hasta la última escena. - De film begint met een misdrijf dat slechts in de laatste scène wordt opgelost. |
3) procurar a alguien los conocimientos básicos de una materia -
inwerken Inició a sus alumnos en los rudimentos de la lógica. - Hij heeft zijn leerlingen ingewerkt in de grondbeginselen van de logica. |
4) introducir a alguien en una actividad oculta -
inwijden Iniciaron a mi hermano en la fraternidad. - Ze hebben mijn broer in het broederschap ingewijd. |
II iniciarse
werkw.
1) pasar a existir u ocurrir una cosa -
beginnen iniciarse un movimiento político - een politieke beweging beginnen |
2) tener una cosa su punto de partida en otra -
beginnen Mi ruina se inició con el divorcio. - Mijn ondergang begon met de echtscheiding. |
3) instruirse en alguna materia -
zich inwerken iniciarse en el estudio de la astronomía - zich inwerken in de studie van de astronomie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
iniciar (ww.) | op gang brengen (ww.) ; hard draven (ww.) ; iets op touw zetten (ww.) ; in werking stellen (ww.) ; initiëren (ww.) ; inleiden (ww.) ; inwerken (ww.) ; inzet tonen (ww.) ; inzetten (ww.) ; ondernemen (ww.) ; hanteren (ww.) ; openen (ww.) ; opstarten (ww.) ; prepareren (ww.) ; regelen (ww.) ; starten (ww.) ; toepassen (ww.) ; van start gaan (ww.) ; voorbereiden op (ww.) ; beginnen (ww.) ; aanbinden (ww.) ; aanbreken (ww.) ; aangaan (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanvangen (ww.) ; aanwenden (ww.) ; arrangeren (ww.) ; benutten (ww.) ; bezigen (ww.) ; een begin nemen (ww.) ; entameren (ww.) ; gang maken (ww.) ; gangmaken (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; gebruiken (ww.) |
iniciar | aanzetten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `iniciar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirES: acondicionarES: activarseES: aplicarES: apostarES: aprovecharES: arrancarES: arreglarES: calzarES: colocar