Vertaal
Naar andere talen: • abordar > DEabordar > ENabordar > FR
Vertalingen abordar ES>NL

abordar

werkw.
Uitspraak:  [aβoɾˈðaɾ]

1) iniciar cierta acción - aanpakken
abordar un proyecto - een project in gang zetten

2) hablar sobre cierto tema, asunto o materia - handelen over
La película aborda problemáticas sociales. - De film handelt over de sociale problematiek.

3) subir a un medio de locomoción - instappen
abordar el autobús - op de bus stappen

4) acercarse una embarcación a otra hasta tocarla scheepvaart - aanvaren
Los piratas abordaron el galeote español. - De piraten vaarden aan tegen de Spaanse galjoen.

5) dirigirse a una persona - aanspreken
Es difícil abordar un desconocido. - Het is moeilijk om een onbekende aan te spreken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abordar (ww.) grijpen (ww.) ; vastpakken (ww.) ; vastklampen (ww.) ; ter sprake brengen (ww.) ; tekkelen (ww.) ; te berde brengen (ww.) ; starten (ww.) ; opwerpen (ww.) ; opperen (ww.) ; openen (ww.) ; op tafel leggen (ww.) ; onderuithalen (ww.) ; onderhanden nemen (ww.) ; instappen (ww.) ; gesprek aanknopen (ww.) ; enteren (ww.) ; entameren (ww.) ; beetpakken (ww.) ; beetgrijpen (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; aanvatten (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanpakken (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aanklampen (ww.) ; aankaarten (ww.)
abordar aanvaren
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `abordar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: agarrar
ES: agarrarse a
ES: atracar
ES: aumentar
ES: coger
ES: echar una zancadilla
ES: embestir
ES: emprender
ES: enfocar