Vertalingen consagrar ES>NL
consagrar
werkw.
1) ofrecer a Dios una persona o cosa religie -
consacreren Consagró a su hijo. - Hij heeft zijn zoon geconsacreerd. |
2) hacer sagrada a una persona o cosa -
wijden El sacerdote consagró el pan y el vino. - De priester heeft het brood en de wijn gewijd. |
3) atribuir fama o éxito a una persona o cosa -
faam bezorgen Esta novela consagró a su autor. - Deze roman heeft de auteur faam bezorgd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
consagrar (ww.) | heiligen (ww.) ; inwijden (ww.) ; inzegenen (ww.) ; wijden (ww.) ; zegenen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `consagrar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bendecirES: brindarES: dedicarES: disponerES: emplearES: inaugurarES: poner al servicio deES: santificarES: ungir