Vertaal
Naar andere talen: • consagrar > DEconsagrar > ENconsagrar > FR
Vertalingen consagrar ES>NL

consagrar

werkw.
Uitspraak:  [konsa'γɾaɾ]

1) ofrecer a Dios una persona o cosa religie - consacreren
Consagró a su hijo. - Hij heeft zijn zoon geconsacreerd.

2) hacer sagrada a una persona o cosa - wijden
El sacerdote consagró el pan y el vino. - De priester heeft het brood en de wijn gewijd.

3) atribuir fama o éxito a una persona o cosa - faam bezorgen
Esta novela consagró a su autor. - Deze roman heeft de auteur faam bezorgd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
consagrar (ww.) heiligen (ww.) ; inwijden (ww.) ; inzegenen (ww.) ; wijden (ww.) ; zegenen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `consagrar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: bendecir
ES: brindar
ES: dedicar
ES: disponer
ES: emplear
ES: inaugurar
ES: poner al servicio de
ES: santificar
ES: ungir