Vertaal
Naar andere talen: • abofetear > DEabofetear > ENabofetear > FR
Vertalingen abofetear ES>NL

abofetear

werkw.
Uitspraak:  [aβofeteˈaɾ]

1) golpear la mejilla de alguien - in het gezicht slaan
Abofeteó a su hijo. - Hij heeft zijn zoon in het gezicht geslagen.

2) ofender a alguien - beledigen
Sus palabras me abofetearon. - Zijn woorden hebben mij beledigd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abofetear (ww.) hard slaan (ww.) ; hengsten (ww.) ; meppen (ww.) ; slaan (ww.) ; timmeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abofetear`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aporrear
ES: cachetear
ES: golpear
ES: pegar