Vertalingen abofetear ES>NL
abofetear
werkw.
1) golpear la mejilla de alguien -
in het gezicht slaan Abofeteó a su hijo. - Hij heeft zijn zoon in het gezicht geslagen. |
2) ofender a alguien -
beledigen Sus palabras me abofetearon. - Zijn woorden hebben mij beledigd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abofetear (ww.) | hard slaan (ww.) ; hengsten (ww.) ; meppen (ww.) ; slaan (ww.) ; timmeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abofetear`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aporrearES: cachetearES: golpearES: pegar