Vertalingen fisionar ES>NL
fisionar (ww.) | doorhakken (ww.) ; doorhouwen (ww.) ; doorklieven (ww.) ; doormidden hakken (ww.) ; in tweeën houwen (ww.) ; kleinmaken (ww.) ; klieven (ww.) ; kloven (ww.) ; scheiden (ww.) ; splitsen (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uiteenhalen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fisionar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: atravesarES: cortarES: cortar en pedazosES: cruzarES: desengancharES: deshacerES: desmontarES: despedazarES: desvincularES: dividir