Vertaal
Naar andere talen: • despedazar > DEdespedazar > ENdespedazar > FR
Vertalingen despedazar ES>NL

despedazar

werkw.
Uitspraak:  [despeða'ɑuaɾ]

1) cortar en fragmentos y con violencia un cuerpo - in stukken snijden
despedazar un conejo - een konijn in stukken snijden

2) dañar algo no material - kwetsen
despedazar la honra - de eer kwetsen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
despedazar (ww.) aan flarden scheuren (ww.) ; doorprikken (ww.) ; hakken (ww.) ; in stukken hakken (ww.) ; kapot scheuren (ww.) ; kleinmaken (ww.) ; ontmaskeren (ww.) ; uit elkaar rukken (ww.) ; uit elkaar trekken (ww.) ; uiteentrekken (ww.) ; verscheuren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `despedazar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: cortar
ES: cortar en pedazos
ES: desbaratar
ES: descuartizar
ES: desgarrar
ES: desmembrar
ES: destrozar
ES: destruir
ES: dividir
ES: escindir