Vertalingen desvincular ES>NL
desvincular (znw.) | de ontkoppeling (v) |
desvincular (ww.) | afkoppelen (ww.) ; afkoppeling (ww.) ; afzonderen (ww.) ; scheiden (ww.) ; separeren (ww.) ; splitsen (ww.) ; stoppen (ww.) ; uiteenhalen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `desvincular`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abandonarES: abrirES: apartarES: arrancarES: asignarES: censurarES: cortarES: criticarES: dejarES: dejar de